DNV-GL heeft een audit uitgevoerd op het Roos+Bijl Managementsysteem op Holding niveau.
Zowel het kwaliteitsmanagementsysteem als het milieumanagementsysteem zijn inhoudelijk en functioneel beoordeeld door DNV-GL. Hieruit is voortgekomen dat Roos+Bijl Legal en Engineers & Consultants een goed werkend systeem hebben waarin de processen goed onderbouwd en toegepast worden met oog op verbetering, klanttevredenheid, duurzaamheid en milieu.
Roos+Bijl Holding, Engineers & Consultants en Legal komen voor de komende 2 jaar wederom in aanmerking voor verlenging van het ISO 9001-2008 certificaat en ISO 14001:2004.
De nieuwe certificaten hebben wij inmiddels in handen.
NEN-EN-ISO 14001:2004
NEN-EN-ISO 9001:2008
Als je iemand zou vragen wie de vergunninghouder is van een verleende omgevingsvergunning, zal deze persoon waarschijnlijk antwoorden dat dit degene is aan wie de vergunning ooit is verleend. Maar dit blijkt niet zo te zijn en aangezien de vergunninghouder zich aan de vergunningvoorschriften dient te houden is het heel belangrijk te weten wie nu de vergunninghouder is.
In een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State van 27 mei 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:1667) heeft de Afdeling zich uitgesproken over het begrip ‘vergunninghouder’. Deze uitspraak betreft een bouwvergunning voor een kwekerij, verleend in 2009, met daaraan het voorschrift verbonden dat er een houtwal aangelegd moest worden en in stand moest blijven. Deze houtwal is nooit aangelegd. Om deze reden heeft het college van burgemeester en wethouders handhavend opgetreden. Omdat de vergunninghouder voor het college op dat moment niet meer traceerbaar was heeft het college partij A en B gelast de houtwal aan te leggen. Hierbij is partij A de rechtspersoon die houder is van 50% van de aandelen van de eigenaar van het betreffende perceel en partij B de natuurlijk persoon die 100% eigenaar is van deze rechtspersoon. Tegen dit handhavingsbesluit hebben beide partijen beroep ingediend.
De vraag is of het college terecht partij A en B als overtreder van het vergunningvoorschrift heeft kunnen aanmerken.
Ingevolge artikel 2.25, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) geldt een omgevingsvergunning voor eenieder die het project uitvoert waarop zij betrekking heeft. De vergunninghouder draagt ervoor zorg dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften worden nageleefd. Lees verder
De drukte in de ondergrond neemt alsmaar toe, waardoor de (kans op) onderlinge hinder van netten toeneemt. Hiermee doel ik op de ligging van netten ten opzichte van elkaar. In de praktijk komt het regelmatig voor dat een netbeheerder bij onderhouds- of herstelwerkzaamheden wordt gehinderd door nabij gelegen kabels en leidingen van anderen. Door de drukte in de ondergrond is een zekere mate van hinder natuurlijk niet te vermijden. Wel moet in het kader van de veiligheid en leveringszekerheid van (openbare) nutsvoorzieningen het uitvoeren van onderhouds- en herstelwerkzaamheden mogelijk blijven. De vraag die zich bij dit onderwerp aandient, is wat een netbeheerder (juridisch) kan doen wanneer hij bij het onderhoud of herstel van zijn net wordt gehinderd door kabels en leidingen van anderen. Om u als netbeheerder op weg te helpen, zet ik in deze nieuwsbrief kort uiteen wat tegenwoordig de juridische opties zijn in geval van hinder door kabels en leidingen.
Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION)
Sinds 1 juli 2008 bepaalt artikel 3 van de WION dat een beheerder bij het aanleggen, in stand houden en opruimen van zijn net zodanig te werk moet gaan dat het beheer van andere netten niet in gevaar komt of zonder noodzaak wordt bemoeilijkt. Dat betekent dat een netbeheerder bij het verrichten van deze werkzaamheden – logischerwijs – rekening moet houden met eveneens in de grond aanwezige kabels en leidingen en zo nodig passende maatregelen moet nemen. Schendt een netbeheerder deze gedragsnorm, dan dient hij in principe op eigen kosten maatregelen te nemen om aan de strijdigheid een einde te maken. Artikel 3 van de WION vormt dus een sterk middel in de "strijd” tegen hinderlijk liggende kabels en leidingen.
Telecommunicatiewet
Wanneer telecommunicatie-infrastructuur een belemmering vormt voor andere in de grond aanwezige infrastructuur, kan een beroep op artikel 5.8 lid 1 van de Telecommunicatiewet in sommige gevallen uitkomst bieden. Een gedoogplichtige kan namelijk een aanbieder van telecommunicatiekabels verzoeken op eigen kosten maatregelen te nemen aan zijn kabel(s), indien deze maatregelen noodzakelijk zijn voor de uitvoering van werken door of vanwege de gedoogplichtige. Voor een netbeheerder kan het daarom interessant zijn om na te gaan of hij met succes een beroep kan doen op de Telecommunicatiewet.
Algemeen aansprakelijkheidsrecht
Ten slotte kan in geval van hinder door kabels en leidingen gekeken worden naar het algemene aansprakelijkheidsrecht. Bij o.a. het aanleggen en in stand houden van ondergrondse infrastructuur dient immers de nodige zorgvuldigheid in acht te worden genomen die in het maatschappelijke verkeer betamelijk is... Lees verder
